Een implantaat kunt u vergelijken met een kunstwortel, die als een schroef in de kaak wordt geplaatst. Deze komt op de plaats waar vroeger uw tanden en kiezen stonden. Meestal wordt niet voor iedere tand een implantaat geplaatst. Om en kunstgebit goed te kunnen dragen zijn twee tot vier implantaten voldoende.
Een implantaat wordt meestal gemaakt van zuiver titanium en heeft een keramische buitenlaag. Dit zijn beide materialen die het lichaam niet afstoot. Een implantaat heeft een doorsnee van ongeveer vier millimeter en is tien tot zestien millimeter lang. Een implantaat wordt onder plaatselijke verdoving geplaatst.
Zelden is een implantaat in de bovenkaak nodig; implantaten in de onderkaak komen veelvuldig voor. Als uw kaak genezen is van de ingreep en het implantaat in het bot vastzit, biedt het implantaat houvast aan uw uiteindelijke kunstgebit.