De tandprotheticus help bij ongemakken
Uw kunstgebit is met alle aandacht speciaal voor u gemaakt door uw tandprotheticus. Maar het zijn natuurlijk niet uw eigen tanden; uw kunstgebit blijft een vervanging. Daarom kunnen zich in de draagperiode problemen voordoen. U hoeft zich hierdoor niet te laten ontmoedigen, vaak lost het zich vanzelf op. Uiteraard kan uw tandprotheticus u bij een ongemak ook helpen.
Pijnlijk tandvlees
Omdat het tandvlees van uw kaak teer is, kan een nieuw kunstgebit in het begin irriteren. Zulke pijnklachten verdwijnen meestal niet vanzelf, u kunt het beste teruggaan naar uw tandprotheticus. Die kan de pijn verhelpen door kleine correcties aan uw kunstgebit aan te brengen.
Voordat u met pijnklachten naar uw tandprotheticus gaat, moet u uw kunstgebit wel enige tijd gedragen hebben, dan is de plek van de klacht beter te zien. Soms zijn een aantal bezoeken aan uw tandprotheticus nodig om de klacht naar uw tevredenheid op te lossen.
Moeilijk spreken
Na plaatsing van uw kunstgebit kunt u tijdelijk wat spraakmoeilijkheden ondervinden. Dit is vaak een kwestie van gewenning. Als u hier last van heeft, raden wij u aan extra te oefenen op woorden en klanken war u moeite mee heeft.
Moeizaam eten
In het begin kan eten moeizaam gaan. Om te wennen aan het eten met een kunstgebit kunt u het beste beginnen met voorzichtig eten, bijvoorbeeld kleine hapjes. In het algemeen geldt dat u met een kunstgebit geen extreme dingen kunt doen. U kunt dus beter niet uw mond wijd openen of uw tong te ver uitsteken.
Smaak verandert
In het begin kan uw smaak een beetje veranderen. Na verloop van tijd herstelt dit zich vanzelf.
Meer of minder speeksel
De speekselvorming raakt door een nieuw kunstgebit wel eens in de war. U knt een droge of juist te vochtige mond krijgen. Dit gaat vanzelf weer over.